De leerwerkplaatsen van het OpenEducatie programma van OnePlanet zijn van start gegaan. Studenten werken vanuit verschillende disciplines samen aan digitale en technologische vraagstukken. Het OpenEducatie programma is bijzonder omdat Gelderse mbo’s en hbo’s instellingsoverstijgend en interdisciplinair samenwerken.
Studenten ICT en veehouderij ontwikkelen samen een online managementtool voor melkveehouders
Grip op Gras 2.0
In opdracht van de Wageningen Universiteit (WUR) ontwikkelen ICT studenten samen met studenten veehouderij in de OpenEducatie leerwerkplaats Grip op Gras 2.0 een online managementtool voor melkveehouders.
In vorige semesters is een prototype voor een mobiele applicatie voor grasland management ontwikkeld en hebben studenten de verschillende datastromen in kaart gebracht. Nu is het de taak van vierdejaars ICT-ers (Christelijke Hogeschool Ede) om de informatie samen te brengen in een dashboard. Dit dashboard ondersteunt melkveehouders in het dagelijks management voor het gebruik van gras uit de weide in rantsoen van koeien.
De ICT-studenten werken samen met studenten veehouderij (Aeres Hogeschool Dronten), die hun domeinkennis en praktijkervaring inzetten om de ICT-ers van de juiste informatie en gebruikswensen te voorzien.
De meerwaarde van het OpenEducatie programma in de praktijk
Om iets te kunnen ontwikkelen en maken, moeten de studenten leren samenwerken en elkaars taal leren spreken. De ICT studenten werden tijdens de startbijeenkomst ondergedompeld in de wereld van ‘droge stof, bijgroei en in- en uitscharen’ via een mini-cursus grasland en beweiding door Willemijn van der Geest, onderzoeker en docent van de Aeres studenten. De CHE studenten maakten op hun beurt de veehouderij studenten onderdeel van het ontwikkelproces (SCRUM) tijdens een mini-college software ontwikkeling.
Via het opdrachtgeverschap van de WUR, stroomt kennis vanuit onderzoek door naar het onderwijs en de praktijk:
- ICT kennis omdat gebruik wordt gemaakt van het dataservice platform Farmmaps.
- Kennis over graslandmanagement vanuit het vakgebied van opdrachtgever en onderzoeker Marcia Stienezen van de WUR.