
Duurzame landbouw begint bij een gezonde bodem. Sensoren kunnen mogelijk helpen om de bodemgesteldheid in kaart te brengen, maar waar moeten ze aan voldoen willen boeren ze gebruiken? In de Leerwerkplaats Bodemlevensensor pluizen studenten het uit. Het is onderdeel van het OpenEducatie-programma van OnePlanet Research Center.
Door de groeiende wereldbevolking stijgt de vraag naar voedsel. Tegelijkertijd staat gewasproductie onder druk door extreme weersomstandigheden ten gevolge van klimaatverandering. Een gezonde bodem kan die druk verlagen. De gezondheid van de bodem is namelijk gebaseerd op vitale functies, zoals het vasthouden van water, de kringloop van voedingsstoffen en het vermogen ervan om zich te verdedigen tegen ziekteverwekkers. Een minder intensieve vorm van graslandbeheer of landbouw kan de bodemgezondheid vergroten.
Vroeger roken boeren aan de bodem om te bepalen of hij gezond was. Om te weten wat er onder de grond gebeurt, is echter meer nodig. Daarom werkt PhD Rosa Boone (Radboud Universiteit) aan een ‘elektronische neus’. Deze sensortechnologie detecteert gasvormige verbindingen in de bodem en meet zo veranderingen in het microbiële bodemleven ten gevolge van graslandbeheer of akkerbouw. Het liefst ziet Boone dat boeren zelf aan de slag gaan met de bodemlevensensor, maar dat vereist nader onderzoek en ontwikkeling.
Van draagvlak tot business model
In de Leerwerkplaats Bodemlevensensor onderzoeken studenten hoe boeren denken over het bodemleven en welke rol een sensor kan spelen in de transitie naar meer extensieve akkerbouw en veehouderij. Waar moet zo’n sensor dan bijvoorbeeld aan voldoen en hoe maak je hem gebruiksvriendelijk? In diverse projecten buigen gemengde groepen studenten zich hierover.
Ze ontwikkelden de volgende projecten:
- Studenten van Aeres Hogeschool trapten af met een draagvlakonderzoek. Ze interviewden diverse melkveehouders en akkerbouwers in de Ooijpolder en peilden hun interesse in de sensor. Vooral boeren die minder gewasbeschermingsmiddelen willen gebruiken, bleken interesse te hebben. Zij willen meer inzicht krijgen in de effecten van verschillende manieren van bemesting en bewerking van de grond. Ook ontdekten ze dat de boeren veel interesse hebben in het waarneembare bodemleven (biologische processen, bacteriën en schimmels) en minder kennis hebben van vluchtige organische stoffen (VOC’s) in de bodem.
- Daarnaast onderzocht een masterstudent Science Management and Innovation (Radboud Universiteit) de marktpotentie van de bodemlevensensor. Ook ontwikkelde hij een business plan gericht op een service die laagdrempelig inzicht biedt in bodemleven en data.
“De bevindingen van deze studenten zijn heel nuttig. Vooral de verschillen tussen diverse typen boeren, hun wensen met betrekking tot de functionaliteiten en het gebruik van de sensor geeft veel inzicht en aanknopingspunten voor het vervolg.”
Rosa Boone (RU)
Hoe verder?
De leerwerkplaats wordt hervat in het voorjaar van 2025. De domeinkennis en het gebruikersperspectief van de Aeres studenten (onder andere van Melkveehouderij en Akkerbouw) zijn daarbij zeer relevant. Door deze samenwerking vinden een nieuw, urgent onderwerp en nieuwe technologische ontwikkelingen hun weg naar de Hogeschool.
“Ik ben trots op mijn rol als bruggenbouwer tussen onderzoek en eindgebruiker. Het is belangrijk om boeren in een vroeg stadium te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën.”
Student Aeres Hogeschool:
Meedoen?
Wilt u meedoen aan de Leerwerkplaats Bodemlevensensor, als student, docent of casushouder? Neem contact op met Karien Vermeulen, programmamanager OpenEducatie bij OnePlanet Research Center.